skip to main content
NL EN
FIU-Nederland
Home Veelgestelde vragen Ik krijg melding dat een door mij gemelde transactie verdacht is verklaard, wat nu?

Ik krijg melding dat een door mij gemelde transactie verdacht is verklaard, wat nu?

De FIU-Nederland ontvangt vanuit de meldingsplichtige instellingen ongebruikelijke transacties die zij analyseert in het kader van witwassen, onderliggende delicten en terrorismefinanciering. Deze analyses zijn gebaseerd op onder andere onze eigen database, bronnen zoals opsporingsinformatie en de verzoeken die wij mogen doen op basis van artikel 17 van de Wwft. Zo beoordelen wij of er voldoende grond is om een transactie al dan niet gebundeld met andere gemelde transacties verdacht te verklaren.

Een verdachte transactie (VT) wordt gedeeld met de relevante inlichtingen-, veiligheids-, en opsporingsdiensten en kan desgewenst gebruikt worden voor analyse doeleinden en als start-, stuur- en procesinformatie. Belangrijk om te vermelden is dat een verdachte transactie niet gelijk staat aan een verdenking zoals opgenomen in artikel 27 van het wetboek van Strafvordering. Wel heeft FIU-Nederland beoordeeld dat de informatie gelegen in de transactie mogelijk van belang kan zijn voor het voorkomen en opsporen van misdrijven om zo de integriteit van het financiële stelsel te waarborgen. De inlichtingen-, veiligheids-, en opsporingsdiensten bepalen zelfstandig of zij gebruik willen/ kunnen maken van de verdacht verklaarde transacties.

Indien wij een door u gemelde transactie verdacht verklaren, krijgt u hiervan in beginsel een bericht. De uitzondering is als er zwaarwegende redenen zijn om dit bericht niet te versturen, bijvoorbeeld een afbreukrisico.

Het bericht dat een gemelde transactie verdacht verklaard is, de zogenoemde dissemination notification, ontvangt u in het portaal. Het is belangrijk dat u op basis hiervan niet zonder meer conclusies trekt. Wij mogen namelijk niet delen waarom een transactie verdacht wordt verklaard en dus blijft de exacte reden voor u als melder onbekend. Ons advies is dan ook om een verdachtverklaring te zien als extra informatie. Niet meer en niet minder. Op basis van uw eigen informatiepositie en uw risicobereidheid maakt u als poortwachter vervolgens een afweging wat te doen. Een voorbeeld zou kunnen zijn om de omstandigheden van de transactie nog eens grondig te analyseren. Zo vergroot u uw inzicht in eventuele risico’s.

  • Allereerst is het belangrijk dat u de geheimhouding zoals omschreven in artikel 23 van de Wwft in acht neemt. Dit artikel schrijft voor wat wel en niet mogelijk is. Ten tweede is het bewaren van gegevens van belang. Na het melden van een ongebruikelijke transactie krijgt u van de FIU-Nederland een ontvangstbevestiging. Dit is het bewijs dat u daadwerkelijk gemeld heeft. De ontvangstbevestiging die u krijgt, is voor u het bewijs dat u een of meer transacties heeft gemeld. U moet deze bevestiging en andere belangrijke gegevens van de ongebruikelijke transactie 5 jaar bewaren. In artikel 34 van de Wwft leest u hier meer over.

    Zoals uitgelegd op de pagina Over FIU-Nederland analyseren wij de ongebruikelijke transacties na uw melding om te beoordelen of er voldoende grond is om deze verdacht te verklaren. Indien een transactie verdacht verklaard wordt, krijgt u hiervan bericht: de zogenoemde dissemination notification. Het is belangrijk dat u op basis hiervan niet zonder meer conclusies trekt. Voor meer informatie zie de veel gestelde vraag  ‘’ Ik krijg melding dat een door mij gemelde transactie verdacht is verklaard, wat nu?’’

    U krijgt géén bericht als wij een ongebruikelijke transactie niet verdacht verklaren. Wel bewaren wij alle ongebruikelijke transacties vijf jaar. Het kan dus voorkomen dat een ongebruikelijke transactie op een later moment alsnog verdacht verklaard wordt, bijvoorbeeld door nieuwe meldingen.

  • Een melding van een ongebruikelijke transactie komt bij de FIU-Nederland in een afgeschermde en streng beveiligde database terecht met de classificatie ‘’Staatgeheim – geheim’’. Deze database is alleen toegankelijk voor mensen in dienst van de FIU-Nederland die de een functie hebben waar dit voor nodig is. Niemand anders kan hierbij. Wanneer na analyse van de ongebruikelijke transactie blijkt dat er voldoende grond is om deze verdacht te verklaren, dan wordt deze verdachte transactie een politiegegeven, waarvan de opsporings-, inlichtingen- en veiligheidsdiensten kunnen kennisnemen. Deze verdachte transactie is niet langer ‘’Staatsgeheim – geheim’’, maar valt onder de Wet Politiegegevens.

    De opsporing kan de verdachte transactie op verschillende manieren gebruiken. Afhankelijk van hoe de verdachte transactie gebruikt wordt, kan deze wel of niet in een strafdossier belanden. Mocht de verdachte transactie wel in een strafdossier belanden, dan zijn er waarborgen voor de veiligheid van de melder. Op 13 november 2020 schreef de minister van Justitie en Veiligheid hierover in een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag:

    ‘’Dit betekent dat in die gevallen dat het voornemen bestaat om een door een kleine onderneming gemelde ongebruikelijke transactie, die vervolgens door de FIU-Nederland verdacht is verklaard, als bewijs in het strafdossier toe te voegen, ondernemen de opsporingsdiensten nadere actie. Met inachtneming van de wettelijke kaders wordt contact opgenomen met de desbetreffende melder om na te gaan of er (voorziene) dreigingsrisico’s zijn als de door de FIU-Nederland verdacht verklaarde transactie als bewijs in het strafdossier wordt toegevoegd.’’ (Lees de hele brief hier)

    Daarnaast wordt in de brief benadrukt dat een melder van een ongebruikelijke transactie altijd zelf contact op kan nemen met de politie bij (voorziene) dreigingen. Dergelijke signalen worden zeer serieus opgepakt en de overheid kan (aanvullende) maatregelen nemen in het kader van het stelsel bewaken en beveiligen.

  • Hoe u een ongebruikelijke transactie meldt is te lezen op de pagina Meldingsplicht.

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. Volgende