skip to main content
NL EN
FIU-Nederland
Home Veelgestelde vragen Ik heb een melding gedaan, wat nu?

Ik heb een melding gedaan, wat nu?

Allereerst is het belangrijk dat u de geheimhouding zoals omschreven in artikel 23 van de Wwft in acht neemt. Dit artikel schrijft voor wat wel en niet mogelijk is. Ten tweede is het bewaren van gegevens van belang. Na het melden van een ongebruikelijke transactie krijgt u van de FIU-Nederland een ontvangstbevestiging. Dit is het bewijs dat u daadwerkelijk gemeld heeft. De ontvangstbevestiging die u krijgt, is voor u het bewijs dat u een of meer transacties heeft gemeld. U moet deze bevestiging en andere belangrijke gegevens van de ongebruikelijke transactie 5 jaar bewaren. In artikel 34 van de Wwft leest u hier meer over.

Zoals uitgelegd op de pagina Over FIU-Nederland analyseren wij de ongebruikelijke transacties na uw melding om te beoordelen of er voldoende grond is om deze verdacht te verklaren. Indien een transactie verdacht verklaard wordt, krijgt u hiervan bericht: de zogenoemde dissemination notification. Het is belangrijk dat u op basis hiervan niet zonder meer conclusies trekt. Voor meer informatie zie de veel gestelde vraag  ‘’ Ik krijg melding dat een door mij gemelde transactie verdacht is verklaard, wat nu?’’

U krijgt géén bericht als wij een ongebruikelijke transactie niet verdacht verklaren. Wel bewaren wij alle ongebruikelijke transacties vijf jaar. Het kan dus voorkomen dat een ongebruikelijke transactie op een later moment alsnog verdacht verklaard wordt, bijvoorbeeld door nieuwe meldingen.

  • Hoe u een ongebruikelijke transactie meldt is te lezen op de pagina Meldingsplicht.

  • Wilt u weten of de FIU-Nederland persoonsgegevens van u heeft en of u die kunt inzien?

    Het antwoord op die vragen is te vinden in de Wet politiegegevens (Wpg). In het kort komt het erop neer dat u deze gegevens bij ons niet mag inzien. Hoe zit dat?

    Alle ongebruikelijke transacties die bij ons gemeld zijn blijven, zoals de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) voorschrijft, vijf jaar bewaard in onze database. Om een indruk te geven van de omvang van deze database, in 2022 ontvingen wij ruim 1,8 miljoen ongebruikelijke transacties (OT’s). Er is wettelijk bepaald dat de OT-informatie die wij hebben, dus de ongebruikelijke transacties en de bijbehorende persoonsgegevens, vallen onder de rubricering Staatsgeheim – Geheim, zie artikel 4 van het Besluit voorschrift informatiebeveiliging rijksdienst – bijzondere informatie. Alleen geautoriseerde FIU-medewerkers hebben toegang tot deze gegevens.

    Hoewel de Wpg in artikel 25 stelt dat betrokkenen het recht hebben op inzage in de persoonsgegevens die over hem/ haar verwerkt worden, staan in artikel 27 echter uitzonderingen genoemd op dit inzagerecht. Als u ons vraagt om inzage, zal worden uitgelegd dat hierop een uitzondering uit artikel 27 van toepassing is. Daar staat onder andere dat geen inzage hoeft te worden gegeven als dat voorkoming en opsporing van strafbare feiten op een onaanvaardbare wijze belemmert.

  • De AVG vereist een grondslag voor het verwerken van persoonsgegevens, waarvan een wettelijke grondslag er één is. De Wwft is zo’n wettelijke grondslag. Als meldingsplichtige instelling verwerkt u persoonsgegevens van onder meer klanten, vertegenwoordigers en uiteindelijk belanghebbenden. Dat betekent dat u de persoonsgegevens in dit Wwft-kader dient te verwerken ten behoeve van het uitvoeren van uw cliëntenonderzoek.

    Het op grond van de Wwft verplichte cliëntenonderzoek dient te worden uitgevoerd met inachtneming van de bepalingen uit hoofdstuk 2 van de Wwft. Dit houdt onder andere in dat de identiteit van de cliënt (bijvoorbeeld een koper), en eventueel de uiteindelijk belanghebbende, moeten worden vastgesteld en vastgelegd. Op grond van de Wwft dienen deze gegevens 5 jaar na de transactie of het eindigen van de zakelijke relatie te worden bewaard. Hetzelfde geldt voor gegevens met betrekking tot ongebruikelijke transacties.

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. Volgende