Worden uw persoonsgegevens verwerkt door FIU-Nederland en kunt u die inzien?
Wilt u weten of de FIU-Nederland persoonsgegevens van u heeft en of u die kunt inzien?
Het antwoord op die vragen is te vinden in de Wet politiegegevens (Wpg). In het kort komt het erop neer dat u deze gegevens bij ons niet mag inzien. Hoe zit dat?
Alle ongebruikelijke transacties die bij ons gemeld zijn blijven, zoals de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) voorschrijft, vijf jaar bewaard in onze database. Om een indruk te geven van de omvang van deze database, in 2022 ontvingen wij ruim 1,8 miljoen ongebruikelijke transacties (OT’s). Er is wettelijk bepaald dat de OT-informatie die wij hebben, dus de ongebruikelijke transacties en de bijbehorende persoonsgegevens, vallen onder de rubricering Staatsgeheim – Geheim, zie artikel 4 van het Besluit voorschrift informatiebeveiliging rijksdienst – bijzondere informatie. Alleen geautoriseerde FIU-medewerkers hebben toegang tot deze gegevens.
Hoewel de Wpg in artikel 25 stelt dat betrokkenen het recht hebben op inzage in de persoonsgegevens die over hem/ haar verwerkt worden, staan in artikel 27 echter uitzonderingen genoemd op dit inzagerecht. Als u ons vraagt om inzage, zal worden uitgelegd dat hierop een uitzondering uit artikel 27 van toepassing is. Daar staat onder andere dat geen inzage hoeft te worden gegeven als dat voorkoming en opsporing van strafbare feiten op een onaanvaardbare wijze belemmert.
-
Allereerst is het belangrijk dat u de geheimhouding zoals omschreven in artikel 23 van de Wwft in acht neemt. Dit artikel schrijft voor wat wel en niet mogelijk is. Ten tweede is het bewaren van gegevens van belang. Na het melden van een ongebruikelijke transactie krijgt u van de FIU-Nederland een ontvangstbevestiging. Dit is het bewijs dat u daadwerkelijk gemeld heeft. De ontvangstbevestiging die u krijgt, is voor u het bewijs dat u een of meer transacties heeft gemeld. U moet deze bevestiging en andere belangrijke gegevens van de ongebruikelijke transactie 5 jaar bewaren. In artikel 34 van de Wwft leest u hier meer over.
Zoals uitgelegd op de pagina Over FIU-Nederland analyseren wij de ongebruikelijke transacties na uw melding om te beoordelen of er voldoende grond is om deze verdacht te verklaren. Indien een transactie verdacht verklaard wordt, krijgt u hiervan bericht: de zogenoemde dissemination notification. Het is belangrijk dat u op basis hiervan niet zonder meer conclusies trekt. Voor meer informatie zie de veel gestelde vraag ‘’ Ik krijg melding dat een door mij gemelde transactie verdacht is verklaard, wat nu?’’
U krijgt géén bericht als wij een ongebruikelijke transactie niet verdacht verklaren. Wel bewaren wij alle ongebruikelijke transacties vijf jaar. Het kan dus voorkomen dat een ongebruikelijke transactie op een later moment alsnog verdacht verklaard wordt, bijvoorbeeld door nieuwe meldingen.
-
Een melding van een ongebruikelijke transactie komt bij de FIU-Nederland in een afgeschermde en streng beveiligde database terecht met de classificatie ‘’Staatgeheim – geheim’’. Deze database is alleen toegankelijk voor mensen in dienst van de FIU-Nederland die de een functie hebben waar dit voor nodig is. Niemand anders kan hierbij. Wanneer na analyse van de ongebruikelijke transactie blijkt dat er voldoende grond is om deze verdacht te verklaren, dan wordt deze verdachte transactie een politiegegeven, waarvan de opsporings-, inlichtingen- en veiligheidsdiensten kunnen kennisnemen. Deze verdachte transactie is niet langer ‘’Staatsgeheim – geheim’’, maar valt onder de Wet Politiegegevens.
De opsporing kan de verdachte transactie op verschillende manieren gebruiken. Afhankelijk van hoe de verdachte transactie gebruikt wordt, kan deze wel of niet in een strafdossier belanden. Mocht de verdachte transactie wel in een strafdossier belanden, dan zijn er waarborgen voor de veiligheid van de melder. Op 13 november 2020 schreef de minister van Justitie en Veiligheid hierover in een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag:
‘’Dit betekent dat in die gevallen dat het voornemen bestaat om een door een kleine onderneming gemelde ongebruikelijke transactie, die vervolgens door de FIU-Nederland verdacht is verklaard, als bewijs in het strafdossier toe te voegen, ondernemen de opsporingsdiensten nadere actie. Met inachtneming van de wettelijke kaders wordt contact opgenomen met de desbetreffende melder om na te gaan of er (voorziene) dreigingsrisico’s zijn als de door de FIU-Nederland verdacht verklaarde transactie als bewijs in het strafdossier wordt toegevoegd.’’ (Lees de hele brief hier)
Daarnaast wordt in de brief benadrukt dat een melder van een ongebruikelijke transactie altijd zelf contact op kan nemen met de politie bij (voorziene) dreigingen. Dergelijke signalen worden zeer serieus opgepakt en de overheid kan (aanvullende) maatregelen nemen in het kader van het stelsel bewaken en beveiligen. -
Hoe u een ongebruikelijke transactie meldt is te lezen op de pagina Meldingsplicht.