skip to main content
NL EN
FIU-Nederland
Home Veelgestelde vragen

Veelgestelde vragen

Meer weten over de FIU-Nederland, over het melden van transacties of heeft u een andere vraag? Bekijk de veelgestelde vragen.

  • Op basis van de Wwft zijn instellingen verplicht om voorgenomen of uitgevoerde ongebruikelijke transacties te melden. Indien u hierin verzuimt, maakt u zich schuldig aan een overtreding van de Wwft. Wanneer sprake is van het al dan niet opzettelijk niet voldoen aan de meldingsplicht, maakt u zich schuldig aan een economisch delict waaraan consequenties zijn verbonden. Meer informatie over meldverzuim, vindt u op de pagina Meldingsplicht.

  • Indien u het bericht heeft ontvangen dat uw melding is geweigerd, betekent dit dat er in de inhoud van uw melding iets niet klopt en dat de melding niet door de FIU-Nederland is geregistreerd.

    In het Meldportaal kunt u via ‘Verzonden meldingen’ uw afgewezen melding vinden. U kunt dit formulier openen en aanpassen. Een uitgebreide instructie vindt u hier.

  • Op basis van artikel 19 en 20 van de Wwft hebben meldingsplichtige instellingen, wanneer zij te goeder trouw en juist, volledig en tijdig melden een strafrechtelijke vrijwaring en is men civielrechtelijk niet aansprakelijk. U kunt als melder daarom niet aansprakelijk worden gesteld voor bijvoorbeeld de schade die uw klant oploopt als gevolg van uw melding. Daarnaast kunnen gegevens die u normconform aan ons meldt ook niet tegen u worden gebruikt in een strafrechtelijk onderzoek.

  • Om veiligheidsredenen wordt de inhoud van uw melding na 24 uur uit het Meldportaal verwijderd. Daarna krijgt u een beknopte versie van uw melding te zien.

  • Allereerst is het belangrijk dat u de geheimhouding zoals omschreven in artikel 23 van de Wwft in acht neemt. Dit artikel schrijft voor wat wel en niet mogelijk is. Ten tweede is het bewaren van gegevens van belang. Na het melden van een ongebruikelijke transactie krijgt u van de FIU-Nederland een ontvangstbevestiging. Dit is het bewijs dat u daadwerkelijk gemeld heeft. De ontvangstbevestiging die u krijgt, is voor u het bewijs dat u een of meer transacties heeft gemeld. U moet deze bevestiging en andere belangrijke gegevens van de ongebruikelijke transactie 5 jaar bewaren. In artikel 34 van de Wwft leest u hier meer over.

    Zoals uitgelegd op de pagina Over FIU-Nederland analyseren wij de ongebruikelijke transacties na uw melding om te beoordelen of er voldoende grond is om deze verdacht te verklaren. Indien een transactie verdacht verklaard wordt, krijgt u hiervan bericht: de zogenoemde dissemination notification. Het is belangrijk dat u op basis hiervan niet zonder meer conclusies trekt. Voor meer informatie zie de veel gestelde vraag  ‘’ Ik krijg melding dat een door mij gemelde transactie verdacht is verklaard, wat nu?’’

    U krijgt géén bericht als wij een ongebruikelijke transactie niet verdacht verklaren. Wel bewaren wij alle ongebruikelijke transacties vijf jaar. Het kan dus voorkomen dat een ongebruikelijke transactie op een later moment alsnog verdacht verklaard wordt, bijvoorbeeld door nieuwe meldingen.

  • De FIU-Nederland ontvangt vanuit de meldingsplichtige instellingen ongebruikelijke transacties die zij analyseert in het kader van witwassen, onderliggende delicten en terrorismefinanciering. Deze analyses zijn gebaseerd op onder andere onze eigen database, bronnen zoals opsporingsinformatie en de verzoeken die wij mogen doen op basis van artikel 17 van de Wwft. Zo beoordelen wij of er voldoende grond is om een transactie al dan niet gebundeld met andere gemelde transacties verdacht te verklaren.

    Een verdachte transactie (VT) wordt gedeeld met de relevante inlichtingen-, veiligheids-, en opsporingsdiensten en kan desgewenst gebruikt worden voor analyse doeleinden en als start-, stuur- en procesinformatie. Belangrijk om te vermelden is dat een verdachte transactie niet gelijk staat aan een verdenking zoals opgenomen in artikel 27 van het wetboek van Strafvordering. Wel heeft FIU-Nederland beoordeeld dat de informatie gelegen in de transactie mogelijk van belang kan zijn voor het voorkomen en opsporen van misdrijven om zo de integriteit van het financiële stelsel te waarborgen. De inlichtingen-, veiligheids-, en opsporingsdiensten bepalen zelfstandig of zij gebruik willen/ kunnen maken van de verdacht verklaarde transacties.

    Indien wij een door u gemelde transactie verdacht verklaren, krijgt u hiervan in beginsel een bericht. De uitzondering is als er zwaarwegende redenen zijn om dit bericht niet te versturen, bijvoorbeeld een afbreukrisico.

    Het bericht dat een gemelde transactie verdacht verklaard is, de zogenoemde dissemination notification, ontvangt u in het portaal. Het is belangrijk dat u op basis hiervan niet zonder meer conclusies trekt. Wij mogen namelijk niet delen waarom een transactie verdacht wordt verklaard en dus blijft de exacte reden voor u als melder onbekend. Ons advies is dan ook om een verdachtverklaring te zien als extra informatie. Niet meer en niet minder. Op basis van uw eigen informatiepositie en uw risicobereidheid maakt u als poortwachter vervolgens een afweging wat te doen. Een voorbeeld zou kunnen zijn om de omstandigheden van de transactie nog eens grondig te analyseren. Zo vergroot u uw inzicht in eventuele risico’s.

  • Wilt u weten of de FIU-Nederland persoonsgegevens van u heeft en of u die kunt inzien?

    Het antwoord op die vragen is te vinden in de Wet politiegegevens (Wpg). In het kort komt het erop neer dat u deze gegevens bij ons niet mag inzien. Hoe zit dat?

    Alle ongebruikelijke transacties die bij ons gemeld zijn blijven, zoals de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) voorschrijft, vijf jaar bewaard in onze database. Om een indruk te geven van de omvang van deze database, in 2022 ontvingen wij ruim 1,8 miljoen ongebruikelijke transacties (OT’s). Er is wettelijk bepaald dat de OT-informatie die wij hebben, dus de ongebruikelijke transacties en de bijbehorende persoonsgegevens, vallen onder de rubricering Staatsgeheim – Geheim, zie artikel 4 van het Besluit voorschrift informatiebeveiliging rijksdienst – bijzondere informatie. Alleen geautoriseerde FIU-medewerkers hebben toegang tot deze gegevens.

    Hoewel de Wpg in artikel 25 stelt dat betrokkenen het recht hebben op inzage in de persoonsgegevens die over hem/ haar verwerkt worden, staan in artikel 27 echter uitzonderingen genoemd op dit inzagerecht. Als u ons vraagt om inzage, zal worden uitgelegd dat hierop een uitzondering uit artikel 27 van toepassing is. Daar staat onder andere dat geen inzage hoeft te worden gegeven als dat voorkoming en opsporing van strafbare feiten op een onaanvaardbare wijze belemmert.

  1. Vorige
  2. 1
  3. 2

Heeft u niet gevonden wat u zocht? Probeer ook te zoeken in de hele website.