skip to main content
NL EN
FIU-Nederland

Illegaal bankieren en financieren van terrorisme

In het begin van dit jaar heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een niet alledaagse zaak. 

In het begin van dit jaar heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een niet alledaagse zaak. 

Een man moest zich bij de rechtbank verantwoorden vanwege illegaal bankieren, in de financiële wereld beter bekend als Hawala. Samen met anderen had hij gedurende zo’n 10 maanden illegale geldtransacties voor anderen uitgevoerd. Veelvuldig had hij contante geldbedragen buiten het formele geldcircuit ontvangen, verplaatst en overgedragen. Voor deze activiteiten had hij enige tijd in voorlopige hechtenis gezeten.

Eenmaal in vrijheid gesteld, hervatte hij zijn illegale praktijken. De rechtbank verweet hem, dat hij geldtransacties bedrijfsmatig als betaaldienstverlener had verricht, zonder dat hij daarvoor vergunning had. Daarmee had hij zich aan de strenge regels van het Nederlandse financiële toezicht onttrokken. Omdat de verdachte de provisie uit het Hawala-bankieren opstreek en van dat geld gebruik maakte, werd hij ook voor witwassen vervolgd. 

Maar hij handelde nog meer tegen de wet. Op de door hem gehanteerde illegale wijze verzond de verdachte tweeëneenhalf jaar lang ook geldbedragen naar zijn broer in Syrië, terwijl hij wist dat zijn broer strijder was van de gewapende Jihadstrijd en zich had aangesloten bij een terroristische organisatie. Daarmee overtrad de verdachte het verbod tot financieren van terrorisme. Als laatste had de verdachte ook betrokkenheid gehad bij mensensmokkel.

Gedurende de onderzoeksperiode heeft FIU-Nederland twee analyses van geldovermakingen en de daarbij gehanteerde werkwijze aan het onderzoeksteam ter beschikking gesteld. De rechtbank achtte de feiten bewezen en veroordeelde de man tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan een jaar voorwaardelijk.
ECLI:NL:RBDHA:2020:1324