Welke terugkoppeling kan ik verwachten nadat ik een melding heb gedaan?
Wij realiseren ons dat u als meldingsplichtige instellingen behoefte heeft aan inhoudelijke terugkoppeling. Gezien de wettelijke verplichtingen van de Wwft zijn deze mogelijkheden beperkt. Er is veel van ons werk waar wij niets over mogen delen. Toch proberen wij u zo goed mogelijk van feedback te voorzien. Want naast dat een terugkoppeling motiverend kan werken biedt het u ook de mogelijkheid om de interne processen aan te scherpen en waar nodig het risicoprofiel van uw cliënten of producten te herzien en uw rol als poortwachter beter in te vullen. Dit doen we op meerdere manieren:
- Het (zo veel als mogelijk) versturen van een bericht aan de meldingplichtige instelling wanneer een gemelde transactie verdacht is verklaard. Echter, we mogen u dan niet informeren over de reden van verdachtverklaring of wat er in de opsporing al dan niet gebeurt met deze informatie.
- Het plaatsen van casuïstiek op onze website. Regelmatig delen we aan de hand van praktijkvoorbeelden concrete casuïstiek waarmee we de meldingsplichtige instellingen zoveel mogelijk proberen te informeren over de wijze waarop witwassen en financiering van terrorisme in de praktijk kan plaatsvinden.
- Het publiceren van een jaaroverzicht waarin we onder andere duiding geven aan de aantallen ongebruikelijke en verdachte transacties per kalenderjaar. Ook beschrijven we in het jaaroverzicht een aantal opvallende analyses die gedurende het jaar voorbij zijn gekomen.
- Het versturen van nieuwsbrieven. Hiermee proberen we meldingsplichtige instellingen onder andere te informeren over wetswijzigingen, trends en fenomenen en indien mogelijk delen we via de nieuwsbrief ook gesignaleerde red flags.
- Het geven van voorlichting aan meldingsplichtige instellingen doormiddel van presentaties.
Hoewel we ons best doen om zoveel mogelijk stappen te zetten op dit vlak is er ongetwijfeld ruimte voor verbetering. Heeft u ideeën daarover, neem dan contact met ons op.
-
Allereerst is het belangrijk dat u de geheimhouding zoals omschreven in artikel 23 van de Wwft in acht neemt. Dit artikel schrijft voor wat wel en niet mogelijk is. Ten tweede is het bewaren van gegevens van belang. Na het melden van een ongebruikelijke transactie krijgt u van de FIU-Nederland een ontvangstbevestiging. Dit is het bewijs dat u daadwerkelijk gemeld heeft. De ontvangstbevestiging die u krijgt, is voor u het bewijs dat u een of meer transacties heeft gemeld. U moet deze bevestiging en andere belangrijke gegevens van de ongebruikelijke transactie 5 jaar bewaren. In artikel 34 van de Wwft leest u hier meer over.
Zoals uitgelegd op de pagina Over FIU-Nederland analyseren wij de ongebruikelijke transacties na uw melding om te beoordelen of er voldoende grond is om deze verdacht te verklaren. Indien een transactie verdacht verklaard wordt, krijgt u hiervan bericht: de zogenoemde dissemination notification. Het is belangrijk dat u op basis hiervan niet zonder meer conclusies trekt. Voor meer informatie zie de veel gestelde vraag ‘’ Ik krijg melding dat een door mij gemelde transactie verdacht is verklaard, wat nu?’’
U krijgt géén bericht als wij een ongebruikelijke transactie niet verdacht verklaren. Wel bewaren wij alle ongebruikelijke transacties vijf jaar. Het kan dus voorkomen dat een ongebruikelijke transactie op een later moment alsnog verdacht verklaard wordt, bijvoorbeeld door nieuwe meldingen.
-
Een melding van een ongebruikelijke transactie komt bij de FIU-Nederland in een afgeschermde en streng beveiligde database terecht met de classificatie ‘’Staatgeheim – geheim’’. Deze database is alleen toegankelijk voor mensen in dienst van de FIU-Nederland die de een functie hebben waar dit voor nodig is. Niemand anders kan hierbij. Wanneer na analyse van de ongebruikelijke transactie blijkt dat er voldoende grond is om deze verdacht te verklaren, dan wordt deze verdachte transactie een politiegegeven, waarvan de opsporings-, inlichtingen- en veiligheidsdiensten kunnen kennisnemen. Deze verdachte transactie is niet langer ‘’Staatsgeheim – geheim’’, maar valt onder de Wet Politiegegevens.
De opsporing kan de verdachte transactie op verschillende manieren gebruiken. Afhankelijk van hoe de verdachte transactie gebruikt wordt, kan deze wel of niet in een strafdossier belanden. Mocht de verdachte transactie wel in een strafdossier belanden, dan zijn er waarborgen voor de veiligheid van de melder. Op 13 november 2020 schreef de minister van Justitie en Veiligheid hierover in een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag:
‘’Dit betekent dat in die gevallen dat het voornemen bestaat om een door een kleine onderneming gemelde ongebruikelijke transactie, die vervolgens door de FIU-Nederland verdacht is verklaard, als bewijs in het strafdossier toe te voegen, ondernemen de opsporingsdiensten nadere actie. Met inachtneming van de wettelijke kaders wordt contact opgenomen met de desbetreffende melder om na te gaan of er (voorziene) dreigingsrisico’s zijn als de door de FIU-Nederland verdacht verklaarde transactie als bewijs in het strafdossier wordt toegevoegd.’’ (Lees de hele brief hier)
Daarnaast wordt in de brief benadrukt dat een melder van een ongebruikelijke transactie altijd zelf contact op kan nemen met de politie bij (voorziene) dreigingen. Dergelijke signalen worden zeer serieus opgepakt en de overheid kan (aanvullende) maatregelen nemen in het kader van het stelsel bewaken en beveiligen. -
Hoe u een ongebruikelijke transactie meldt is te lezen op de pagina Meldingsplicht.