skip to main content
NL EN
FIU-Nederland
Home Veelgestelde vragen

Veelgestelde vragen

Meer weten over de FIU-Nederland, over het melden van transacties of heeft u een andere vraag? Bekijk de veelgestelde vragen.

  • Hoe u een ongebruikelijke transactie meldt is te lezen op de pagina Meldingsplicht.

  • Wilt u weten of de FIU-Nederland persoonsgegevens van u heeft en of u die kunt inzien?

    Het antwoord op die vragen is te vinden in de Wet politiegegevens (Wpg). In het kort komt het erop neer dat u deze gegevens bij ons niet mag inzien. Hoe zit dat?

    Alle ongebruikelijke transacties die bij ons gemeld zijn blijven, zoals de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) voorschrijft, vijf jaar bewaard in onze database. Om een indruk te geven van de omvang van deze database, in 2022 ontvingen wij ruim 1,8 miljoen ongebruikelijke transacties (OT’s). Er is wettelijk bepaald dat de OT-informatie die wij hebben, dus de ongebruikelijke transacties en de bijbehorende persoonsgegevens, vallen onder de rubricering Staatsgeheim – Geheim, zie artikel 4 van het Besluit voorschrift informatiebeveiliging rijksdienst – bijzondere informatie. Alleen geautoriseerde FIU-medewerkers hebben toegang tot deze gegevens.

    Hoewel de Wpg in artikel 25 stelt dat betrokkenen het recht hebben op inzage in de persoonsgegevens die over hem/ haar verwerkt worden, staan in artikel 27 echter uitzonderingen genoemd op dit inzagerecht. Als u ons vraagt om inzage, zal worden uitgelegd dat hierop een uitzondering uit artikel 27 van toepassing is. Daar staat onder andere dat geen inzage hoeft te worden gegeven als dat voorkoming en opsporing van strafbare feiten op een onaanvaardbare wijze belemmert.

  • De AVG vereist een grondslag voor het verwerken van persoonsgegevens, waarvan een wettelijke grondslag er één is. De Wwft is zo’n wettelijke grondslag. Als meldingsplichtige instelling verwerkt u persoonsgegevens van onder meer klanten, vertegenwoordigers en uiteindelijk belanghebbenden. Dat betekent dat u de persoonsgegevens in dit Wwft-kader dient te verwerken ten behoeve van het uitvoeren van uw cliëntenonderzoek.

    Het op grond van de Wwft verplichte cliëntenonderzoek dient te worden uitgevoerd met inachtneming van de bepalingen uit hoofdstuk 2 van de Wwft. Dit houdt onder andere in dat de identiteit van de cliënt (bijvoorbeeld een koper), en eventueel de uiteindelijk belanghebbende, moeten worden vastgesteld en vastgelegd. Op grond van de Wwft dienen deze gegevens 5 jaar na de transactie of het eindigen van de zakelijke relatie te worden bewaard. Hetzelfde geldt voor gegevens met betrekking tot ongebruikelijke transacties.

  • Ja, ook een voorgenomen nog niet uitgevoerde transactie moet u melden bij de FIU-Nederland als u veronderstelt dat deze ongebruikelijk is.

  • Als uw organisatie bij de FIU-Nederland is geregistreerd, dan heeft uw organisatie een eigen identiteitsnummer voor meldingen; het Melder ID. U kunt uw Melder ID vinden onder Mijn Melderdetails in het Meldportaal.

  • Nee, u dient voor elke ‘hoedanigheid’ apart als meldingsplichtige instelling geregistreerd te worden.

    Bent u bijvoorbeeld makelaar in onroerend goed én taxateur dan is het afhankelijk van de situatie in welke hoedanigheid u de melding doet. In dat geval dient u twee registraties bij de FIU-Nederland te hebben: één als makelaar en één als taxateur. Stelt u een ongebruikelijke transactie vast tijdens taxatiewerkzaamheden dan meldt u als taxateur, gebeurt hetzelfde tijdens uw makelaarspraktijken dan meldt u als makelaar.

  • In het Uitvoeringsbesluit Wwft 2018 staan de indicatoren voor ongebruikelijke transacties. Deze indicatoren verschillen per meldingsplichtige instelling. Op de pagina Meldergroepen ziet u een overzicht van de verschillende indicatoren die van toepassing zijn per meldergroep. Voldoet een transactie in uw ogen aan één of meerdere indicatoren die van toepassing zijn op uw meldergroep? Dan meldt u deze bij de FIU-Nederland.

    Heeft u een vraag over hoe u een bepaalde indicator dient te interpreteren, dan kunt u deze vraag stellen aan uw Wwft-toezichthouder. Op de pagina Toezichthouders ziet u staan welke toezichthouder verantwoordelijk is voor uw meldergroep.

  • Allereerst is het belangrijk dat u de geheimhouding zoals omschreven in artikel 23 van de Wwft in acht neemt. Dit artikel schrijft voor wat wel en niet mogelijk is. Ten tweede is het bewaren van gegevens van belang. Na het melden van een ongebruikelijke transactie krijgt u van de FIU-Nederland een ontvangstbevestiging. Dit is het bewijs dat u daadwerkelijk gemeld heeft. De ontvangstbevestiging die u krijgt, is voor u het bewijs dat u een of meer transacties heeft gemeld. U moet deze bevestiging en andere belangrijke gegevens van de ongebruikelijke transactie 5 jaar bewaren. In artikel 34 van de Wwft leest u hier meer over.

    Zoals uitgelegd op de pagina Over FIU-Nederland analyseren wij de ongebruikelijke transacties na uw melding om te beoordelen of er voldoende grond is om deze verdacht te verklaren. Indien een transactie verdacht verklaard wordt, krijgt u hiervan bericht: de zogenoemde dissemination notification. Het is belangrijk dat u op basis hiervan niet zonder meer conclusies trekt. Voor meer informatie zie de veel gestelde vraag  ‘’ Ik krijg melding dat een door mij gemelde transactie verdacht is verklaard, wat nu?’’

    U krijgt géén bericht als wij een ongebruikelijke transactie niet verdacht verklaren. Wel bewaren wij alle ongebruikelijke transacties vijf jaar. Het kan dus voorkomen dat een ongebruikelijke transactie op een later moment alsnog verdacht verklaard wordt, bijvoorbeeld door nieuwe meldingen.

  • De FIU-Nederland ontvangt vanuit de meldingsplichtige instellingen ongebruikelijke transacties die zij analyseert in het kader van witwassen, onderliggende delicten en terrorismefinanciering. Deze analyses zijn gebaseerd op onder andere onze eigen database, bronnen zoals opsporingsinformatie en de verzoeken die wij mogen doen op basis van artikel 17 van de Wwft. Zo beoordelen wij of er voldoende grond is om een transactie al dan niet gebundeld met andere gemelde transacties verdacht te verklaren.

    Een verdachte transactie (VT) wordt gedeeld met de relevante inlichtingen-, veiligheids-, en opsporingsdiensten en kan desgewenst gebruikt worden voor analyse doeleinden en als start-, stuur- en procesinformatie. Belangrijk om te vermelden is dat een verdachte transactie niet gelijk staat aan een verdenking zoals opgenomen in artikel 27 van het wetboek van Strafvordering. Wel heeft FIU-Nederland beoordeeld dat de informatie gelegen in de transactie mogelijk van belang kan zijn voor het voorkomen en opsporen van misdrijven om zo de integriteit van het financiële stelsel te waarborgen. De inlichtingen-, veiligheids-, en opsporingsdiensten bepalen zelfstandig of zij gebruik willen/ kunnen maken van de verdacht verklaarde transacties.

    Indien wij een door u gemelde transactie verdacht verklaren, krijgt u hiervan in beginsel een bericht. De uitzondering is als er zwaarwegende redenen zijn om dit bericht niet te versturen, bijvoorbeeld een afbreukrisico.

    Het bericht dat een gemelde transactie verdacht verklaard is, de zogenoemde dissemination notification, ontvangt u in het portaal. Het is belangrijk dat u op basis hiervan niet zonder meer conclusies trekt. Wij mogen namelijk niet delen waarom een transactie verdacht wordt verklaard en dus blijft de exacte reden voor u als melder onbekend. Ons advies is dan ook om een verdachtverklaring te zien als extra informatie. Niet meer en niet minder. Op basis van uw eigen informatiepositie en uw risicobereidheid maakt u als poortwachter vervolgens een afweging wat te doen. Een voorbeeld zou kunnen zijn om de omstandigheden van de transactie nog eens grondig te analyseren. Zo vergroot u uw inzicht in eventuele risico’s.

  • Een melding van een ongebruikelijke transactie komt bij de FIU-Nederland in een afgeschermde en streng beveiligde database terecht met de classificatie ‘’Staatgeheim – geheim’’. Deze database is alleen toegankelijk voor mensen in dienst van de FIU-Nederland die de een functie hebben waar dit voor nodig is. Niemand anders kan hierbij. Wanneer na analyse van de ongebruikelijke transactie blijkt dat er voldoende grond is om deze verdacht te verklaren, dan wordt deze verdachte transactie een politiegegeven, waarvan de opsporings-, inlichtingen- en veiligheidsdiensten kunnen kennisnemen. Deze verdachte transactie is niet langer ‘’Staatsgeheim – geheim’’, maar valt onder de Wet Politiegegevens.

    De opsporing kan de verdachte transactie op verschillende manieren gebruiken. Afhankelijk van hoe de verdachte transactie gebruikt wordt, kan deze wel of niet in een strafdossier belanden. Mocht de verdachte transactie wel in een strafdossier belanden, dan zijn er waarborgen voor de veiligheid van de melder. Op 13 november 2020 schreef de minister van Justitie en Veiligheid hierover in een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag:

    ‘’Dit betekent dat in die gevallen dat het voornemen bestaat om een door een kleine onderneming gemelde ongebruikelijke transactie, die vervolgens door de FIU-Nederland verdacht is verklaard, als bewijs in het strafdossier toe te voegen, ondernemen de opsporingsdiensten nadere actie. Met inachtneming van de wettelijke kaders wordt contact opgenomen met de desbetreffende melder om na te gaan of er (voorziene) dreigingsrisico’s zijn als de door de FIU-Nederland verdacht verklaarde transactie als bewijs in het strafdossier wordt toegevoegd.’’ (Lees de hele brief hier)

    Daarnaast wordt in de brief benadrukt dat een melder van een ongebruikelijke transactie altijd zelf contact op kan nemen met de politie bij (voorziene) dreigingen. Dergelijke signalen worden zeer serieus opgepakt en de overheid kan (aanvullende) maatregelen nemen in het kader van het stelsel bewaken en beveiligen.

Heeft u niet gevonden wat u zocht? Probeer ook te zoeken in de hele website.